chuui

寒山詩

鳥道絕人跡
庭際何所有
白雲抱幽石
住茲凡幾年
屢見春冬易
寄語鐘鼎家
虛名定無益

Stapels steile kliffen, daarop ben ik voorbestemd te leven,
geen weg er naar toe, alleen vogels is dat gegeven.

Wat heb ik voorbij de rand van m’n tuin?
Verborgen onder witte wolken, een glijbaan van puin.

Hoeveel jaar ik hier al woon? Ik kan wel dromen
zo vaak ik de winter al heb zien gaan, en de lente komen.

Ik zend deze woorden naar trotse bezitters:
status is niets en levert alleen iets bitters.


心中須護淨
慳貪繼日廉
諂曲登時正
驅遣除惡業
歸依受眞性
今日得佛身
急急如律令

Wanneer je mijn schrijfsels leest
koester dan de ongereptheid van je geest.

Bevrijd jezelf van gierigheid—die is slecht,
stop met vleierij en wees subiet oprecht.

Ontdoe je van slecht karma, vernietig het met vuur,
keer om en vertrouw op je ware natuur.

Verkrijg vandaag nog het Boeddha wezen,
direct nadat je dit als een decreet heb gelezen.


而無車馬蹤
聯谿難記曲
疊嶂不知重
泣露千般草
吟風一樣松
此時迷徑處
形問影何從

Hij is vermakelijk, de weg naar Han-Shan,
niemand die er evenwel sporen van bezoekers vinden kan.

Ketens van valleien, een onoverzienbaar kronkelend tracé,
rijen van bergpieken, hoe ver ze reiken—geen idee.

Tranen van dauw aan duizenden soorten onkruid die je er vind
door identieke slagorden van pijnbomen huilt de wind.

Wanneer je op dit punt verdwaalt wees niet verbolgen,
vraag met je fysieke wezen je schaduw welke weg je moet volgen.


獨坐常忽忽
情懷何悠悠
山腰雲縵縵
谷口風颼颼
猿來樹嫋嫋
鳥入林啾啾
時催鬢颯颯
歲盡老惆惆

Alleen gezeten altijd piekerend,
emoties mijn stemming verpestend.
Wolken de bergflanken verhullend,
wind door de vallei zuchtend.
Bomen door de apen schuddend,
vogels in het bos fluitend.
Haren door de tijd vergrijzend,
einde jaar m’n leeftijd betreurend.